Historie
Oprichting
Panoplia is begonnen als een afdeling van het Delfts dispuut der C.S.F.R., Johannes Calvijn, waar tot begin 1963 studenten uit beide steden lid waren. Dat kon natuurlijk niet lang goed gaan en op 23 januari van dat jaar werd de eerste vergadering van de afdeling Leiden gehouden – prominent aan het Rapenburg.
Eerste jaren
Vanaf dat moment begint het dispuut langzaam te gedijen. Interessant is de zogeheten ‘imagecommissie’, die in oktober 1967 wordt opgericht. Deze wordt bij haar oprichting geacht voor eigen briefpapier te zorgen, waar zij dan ook een sub voce en een logo voor kiezen. Als sub voce wordt gekozen voor Efeze 6:11a (‘Doet aan de gehele wapenrusting Gods’), wat nog altijd in het huidige logo terug te zien is. Dit logo is overigens van later tijd; men kiest in 1967 nog voor een logo (dat heette toen een ‘embleem’) waar een davidsster en een kruis in zijn verwerkt, met het sub voce eromheen. Panoplia telde toen een kleine 30 leden. Datzelfde jaar werden er ‘door het bestuur borrels georganiseerd die zich in grote belangstelling mochten verheugen,’ aldus het ab-actiaal jaarverslag. Een gouden vondst, want de belangstelling voor borrels is niet meer verminderd. Het relatief lage aantal leden in de periode zorgt ervoor dat sommige bestuursleden aan twee besturen deelnemen, vaak wel in verschillende functies. Strikt genomen heeft am. Engelfriet zelfs drie verschillende functies bekleed: assessor (1963), ab-actis (1963) en praeses (1965). Wanneer in september 1975 Panoplia als laatste C.S.F.R.-dispuut haar dispuutsjaar gelijk laat lopen met het collegejaar, blijft de praeses nog een jaar in functie.

Het dispuut Panoplia anno 1982
Groei
Het aantal leden neemt gestaag toe. Dit is onder andere te zien aan de uitbreiding van het bestuur met een adiutor in 1986. De eerste drie adiutores zijn overigens amici; pas in 2002 grijpen amicae definitief de macht in het adiutoraat. In 2004 wordt er een motie aangenomen om het bestuur nogmaals uit te breiden, en in 2005 wordt de eerste vice-praeses geïnstalleerd.
In 1985 wordt de ‘ΠΑΝΟΠΛΙΑ-liedcommissie’ geïnstalleerd, met als taak het verzorgen van een nieuw dispuutslied. Dit lied wordt gebaseerd op een gedicht dat am. Arie van der Knijff in 1984 in zijn aspiranttijd heeft gemaakt. De melodie van gezang 301 uit het LvdK wordt hiervoor gebruikt en op de HV van 27 november wordt het lied ten gehore gebracht en ‘met algemene stemmen’ goedgekeurd. Welk lied er tot dan toe als dispuutslied dienst doet, is niet duidelijk, maar de verzuchting in de notulen dat Panoplia eindelijk over een ‘waardig dispuutslied’ beschikt, spreekt boekdelen.
In de jaren negentig lijkt de man-vrouwverdeling op Panoplia wat te veranderen. Er mogen in 1989 voor het eerst (!) twee amicae achter de bestuurstafel plaatsnemen, en wordt op 14 juni 1990 de eerste vrouwelijke praeses in de dispuutshistorie geïnstalleerd. Vanaf dat moment wordt het aantal amicae en amici in het bestuur meer gelijkgetrokken, maar pas in 2007 bestaat het bestuur (bestuur Duijster) voor het eerst uit meer vrouwelijke dan mannelijke bestuursleden.
In 1990 bestaat het dispuut uit zo’n vijftig leden, maar in de jaren daarna begint het dispuut steeds sneller te groeien, tot het ledenaantal zich rond de honderd stabiliseert. Opmerkelijk is ook dat het dispuut wat lijkt te ‘verlinksen’: opvallend veel leden in die tijd vermelden in hun afscheidsbrieven als reden van hun vertrek het weinig behoudende karakter van het dispuut. Ook is er in de jaren negentig steeds meer studentikoziteit in de notulen te bespeuren.
Het logo uit 1967 heeft het achtentwintig jaar uitgehouden, maar in 1995 verschijnt het huidige logo op de Prealabels en convocaten. De davidsster en het kruis moeten plaats maken voor de bekende wapenstrijder uit Efeze 6; het sub voce blijft, maar in een ander lettertype. Hoe deze logo-wisseling precies heeft plaatsgevonden en hoe daar op vergaderingen over gesproken is, blijft helaas in nevelen gehuld, aangezien precies het notulenboek van de periode 1994-1996 als enige niet in het Panoplia-archief overgeleverd is.


Rond die tijd krijgt Panoplia ook haar website. Men doet dan nog niet zo moeilijk over privacy, want eind 2001 wordt er pas besloten dat onder andere het ledenbestand achter een wachtwoord moet komen. Tegelijkertijd raakt het brallied ingeburgerd op het dispuut, dat spontaan is gedicht in een van de vele cafés die Leiden rijk is. De melodie hiervan is geënt op het Amerikaanse Oh my darling, Clementine. Ergens in het dispuutscantoraat van am. Koen Klein (2019-2021) ontstaat de gewoonte dat de laatste regel van het lied (‘Leer van Leiden eerste klas’) driemaal herhaald wordt door deze uit volle borst te scanderen, waarbij de dispuutscantor (of bij diens afwezigheid de praeses/ander prominent lid) solo de eerste drie woorden voor zijn rekening neemt, waarna de rest van de vereniging met de laatste twee woorden antwoordt.

Het dispuut Panoplia anno 2025
Heden is Panoplia, Leids dispuut der C.S.F.R., nog steeds een bruisende christelijke studentenvereniging van ca. 110 leden, met vele commissies en gemiddeld twee activiteiten per week. Hopelijk mag het dispuut nog lange tijd haar eigen geschiedenis schrijven!
De bovenstaande beschrijving van de geschiedenis van het dispuut Panoplia is een verkorte en bijgewerkte versie van “Ab disputate condita – wat ons is wedervaren” van Am. Wouter Doorn (oud-lid), september 2010.